zelfgemaakte granola of krokante muesli

Nutty granola

Als gezond ontbijt eet ik graag volle yoghurt zonder suiker, met vers fruit en zelfgemaakte krokante muesli. In die van mij zitten extra veel noten en zaden. In cruesli uit de super zit veel toegevoegde suiker. Het zelf maken van granola is een leuk en dankbaar werkje. En met de (eventueel biologische) ingrediënten die je kiest heb je alles zelf in de hand. Het resultaat is altijd een groot succes en ook leuk om cadeau te geven.

Benodigdheden:

  • 150 gram ongebrande gemengde noten (hazelnoten, amandelen, walnoten bijvoorbeeld)
  • 150 gram havermoutvlokken, liefst grof
  • 25 gram sesamzaad
  • 25 gram zonnebloempitten
  • 25 gram pompoenpitten
  • 1 eetlepel kaneel (afgestreken)
  • 1/2 theelepel zout
  • 3 eetlepels kokosolie
  • 3 eetlepels ahornsiroop (maple syrup)
  • bakplaat, bakpapier

Verwarm de oven voor op 170 graden. Hak de gemengde noten, bijvoorbeeld met een keukenmachine. Hou je van grove stukken noot, hak dan kort met slechts enkele pulsen. Ik hou van fijne stukjes die zich goed verbinden met de havervlokken. Soms wil een enkele noot niet echt stuk. Die vis ik er dan nog even uit en hak ik apart.


Meng de droge ingrediënten in een grote kom: gehakte noten, havermoutvlokken, sesamzaad, zonnebloempitten, pompoenpitten, kaneel en zout. Warm en roer de kokosolie en de ahornsiroop enkele minuten in een steelpan, totdat de caramelgeur van de ahornsiroop vrijkomt. Olie en siroop mengen niet echt goed, maar dat is geen probleem. Giet het mengsel bij de droge ingrediënten en schep heel goed door.

Bekleed een bakplaat met een vel bakpapier. Het bakpapier blijft beter op zijn plek als je hier en daar op de bakplaat een klein beetje boter smeert. Verdeel het mengsel gelijkmatig met een spatel over de bakplaat. Bak in ongeveer 25 minuten in het midden van de oven. Elke oven is anders dus hou in de gaten dat het niet te hard gaat. Meestal begint de kaneel na 15 minuten te geuren en is een extra 10 minuten dan precies goed.

Laat de granola in de geopende oven helemaal afkoelen voordat je het in een pot overdoet. Het blijft meerdere weken, zo niet een maand goed in een afgesloten pot.

Variaties:

  • Voeg na de bereiding geroosterde kokosvlokken toe.
  • Voeg na de bereiding stukjes gedroogd fruit toe, zoals rozijnen, cranberry’s of abrikozen.
  • Vervang een deel van de kaneel door koek- of speculaaskruiden.

Kerst-tulband

Een zeer stevige en kruidige tulband tjokvol gedroogd fruit. Een beetje zoals de traditionele Engelse Christmas pudding, alleen niet langzaam gestoomd maar gebakken. Ook de overdaad aan alcohol ontbreekt.

Ik kreeg het recept jaren geleden via mijn vriendin Stien den Braber en het is sindsdien een kerstfavoriet.

Benodigdheden:

  • 400 gram rozijnen
  • 3 eetlepels sinaasappellikeur
  • 200 gram gedroogde abrikozen
  • 50 gram stemgember (op siroop)
  • 150 gram boter
  • 150 ml melk
  • 3 eetlepels stroop
  • 4 eetlepels honing
  • extra boter om in te vetten
  • 225 gram zelfrijzend bakmeel
  • 1 eetlepel koekkruiden
  • 2 eieren
  • 75 gram walnoten
  • poedersuiker

Week de rozijnen een paar uur of een nacht in de sinaasappellikeur. Snijd de gedroogde abrikozen in stukjes en de stemgember in fijne stukjes. Verwarm de rozijnen, abrikozen, gember, boter, melk, stroop en honing zachtjes in een pan. Laat de massa al roerend 5 minuten sudderen. Laat het daarna iets afkoelen. Dit duurt ongeveer een half uur.

Verwarm de oven voor op 150 graden. Vet ondertussen de tulbandvorm rijkelijk in met boter. Zeef zelfrijzend bakmeel en koekkruiden boven een grote kom. Voeg voor meer luchtigheid eventueel een extra theelepel bakpoeder of baking soda toe. Klop de eieren los en roer die door het bakmeel. Hak de walnoten grof en roer die er ook door. Schep tenslotte het vruchtenmengsel erdoor. Zodra alles goed gemengd is stoppen met roeren en het mengsel in de bakvorm doen.

Bak de tulband in het midden van de oven gedurende 90 minuten gaar. Als de tulband te donker dreigt te worden kun je hem aan de bovenkant afdekken met aluminiumfolie. Haal de tulband na 10 minuten afkoelen voorzichtig uit de vorm en laat hem afkoelen op een rooster. Bestrooi de tulband voor het serveren met poedersuiker.

De tulband blijft verpakt in folie minstens 2 weken goed. Na een paar dagen wordt de smaak zelfs nog wat beter. Ik eet graag een plakje besmeerd met wat boter. Die boter is niet echt noodzakelijk, want de tulband is een en al smaak.

Variaties:

  • Vervang (een deel van) de abrikozen door stukjes appel.
  • Vervang de gember door gehakte sukade.
  • Vervang een deel van de rozijnen door gedroogde cranberries. Die zijn gesuikerd, dus je voegt wel stiekem meer suiker toe.
  • Laat de walnoten achterwege als je niet van noten houdt.

Gehakt met taugé

Als je een eenvoudig maaltje wilt met een Indonesische twist, dan is dit het aangewezen recept. Behalve de taugé en het gehakt zijn alle ingrediënten wat mij betreft standaard keukenvoorraad. Het ziet er niet spectaculair uit, maar het is gezond, superlekker en snel klaar.

Bij mij thuis is dit recept van gehakt met taugé al jarenlang een traditional. Een dikke veertig jaar geleden deed ik een cursus boekbinden. De twee kleine dummy’s die ik maakte bestemde ik als receptenboekjes, die nu inmiddels onder de vlekken zitten en uit elkaar beginnen te vallen.

Laatst vroeg iemand of mijn stijl van koken in vergelijking met toen erg veranderd is. Ik dacht van niet, maar bij nadere beschouwing: zeker wel! Als jonge student gebruikte ik veel meer zakjes en pakjes, at ik meer vlees of maakte ik rare combinaties van vlees met tomatenpuree en een blik perziken. Tegenwoordig kies ik vaker voor puur en gezond. Maar de gehakt met taugé, die blijft!

Benodigdheden (3 personen):

  • 2 uien
  • 1 eetlepel boter
  • 4 tomaten
  • 2 tenen knoflook
  • 2 theelepels bouillonpoeder of verkruimeld bouillonblokje
  • 2 theelepels sambal oelek
  • 2 eetlepels ketjap manis
  • 300 gram gehakt (halfom of rund)
  • 300 gram taugé

Snipper de uien en bak ze 2 minuten aan in de boter. Dompel de tomaten een halve minuut in een pannetje met kokend water, ontvel ze en snijd ze in stukjes. Pers de knoflook uit boven de uien en voeg achtereenvolgens toe: bouillonpoeder, sambal oelek, ketjap manis, gehakt en de stukjes tomaat. Laat dit alles circa 5 minuten stoven en het gehakt garen.

Was de taugé in een vergiet en warm deze kort mee met de rest. De taugé moet wat knapperig blijven.

Serveer met witte (pandan)rijst en plakjes komkommer en extra sambal en ketjap aan tafel. Lekker met kant en klaar gebakken uitjes of seroendeng.

Stoofperen in rode wijn

Zeg winter en ik denk stoofpeertjes. Er is weinig dat de geuren en smaken van december zo goed vertegenwoordigt als dit recept van stoofpeertjes met rode wijn, kaneel, gember, sinaasappel en anijs. Een beetje zoals de warme geuren van glühwein. Makkelijk te maken of in te maken. En goedkoop, want het bespaart je de aanschaf van een dure geurkaars of geurzakje.

Benodigdheden:

  • 10-12 kleine stoofperen (Gieser Wildeman)
  • 500 ml rode wijn
  • 200 gram suiker
  • 1 kaneelstokje
  • 1 stukje steranijs
  • 1 stukje verse gember (2cm)
  • 1/2 sinaasappel

Schil de stoofpeertjes, verwijder het klokhuis en snijd ze in gelijke kwarten. Dit verkort de kooktijd en zorgt ervoor dat ze straks in de potjes passen (voor als je de peertjes wilt inmaken en langer bewaren).


Doe de peertjes in een kookpan. Giet de rode wijn erbij. Voeg de suiker toe, het kaneelstokje en de steranijs. Schil de gember, snijd deze in plakken en voeg toe. Boen de sinaasappel goed schoon onder de kraan. Snijd de helft in dikke plakken en voeg toe. Breng de inhoud van de pan, met het deksel erop, aan de kook.

Na 45 tot 60 minuten zijn de peertjes voldoende gaar. Gebruik die tijd om 3 of 4 potten met schroefdeksel schoon te spoelen met een beetje soda en kokend water. Spoel potten en deksels goed na met alleen kokend water en laat ze omgekeerd uitlekken op een schone theedoek. Zorg dat de potten nog heet zijn als je de stoofpeertjes erover verdeelt (verwijder de sinaasappelschijven en de specerijen). Breng dan de siroop nog even vol aan de kook en vul hiermee de potten af tot aan de rand. Schroef de deksels erop en laat ze omgekeerd op de theedoek afkoelen.

Als het deksel na afkoelen iets hol staat, dan is de pot goed vacuüm getrokken. Op deze manier ingemaakt blijven stoofpeertjes maanden tot wel een jaar lang goed.

Zelf jam of confiture maken

Het basisrecept voor zelf jam maken is reuze simpel. De volgende recepten gaan steeds uit van 1 kilo fruit en 500 gram suiker. Je maakt dus een half zo zoete jam die na opening in de koelkast bewaard moet worden.

Het tovermiddel is pectine, wat zorgt voor voldoende stevigheid en een korte kooktijd. Ik gebruik hiervoor Marmello Jammaker Nr. 2 , dat tegenwoordig wat minder makkelijk te verkrijgen is. Je kunt ook geleisuiker speciaal gebruiken, maar dan heb je niet de vrije keuze om andere (of minder) suiker te gebruiken. Met los pectinepoeder kan dat wel.

Benodigdheden (3-4 potjes):

  • 1 kilogram schoongemaakt fruit
  • 400 tot 500 gram ruwe rietsuiker
  • 1 zakje Marmello Jammaker Nr. 2
  • 4 (jam)potjes (370 gram)
  • soda (fijn of grof)
  • theedoek

Algemene bereiding:

  1. Doe het fruit – volgens recept heel of in stukjes – met eventuele andere ingrediënten in een ruime pan.
  2. Meng de rietsuiker met de pectine of gebruik geleisuiker speciaal.
  3. Voeg de suiker toe aan het fruit en breng alles aan de kook.
  4. Strooi ondertussen een beetje soda in de potjes en deksels en vul ze met kokend water. Draai ze om en laat ze uitlekken op een schone theedoek. Herhaal dit met schoon kokend water, vlak voordat je de potten gaat vullen.
  5. Zodra de fruitmassa kookt en na roeren blijft koken: 1 minuut door laten koken.
  6. Verwijder eventueel de bovenste laag schuim van de fruitmassa.
  7. Doe de kokend hete massa met een pollepel over in de potjes. Vul tot helemaal bovenaan de rand.
  8. Sluit de potten direct af en laat ze, omgekeerd op de theedoek, afkoelen.
  9. De jam is het beste op smaak na een paar weken.

Lekkere en beproefde combinaties:

Aalbessenjam
1 kilo aalbessen

Aardbeienjam
1 kilo aardbeien + 1 uitgeperste citroen

Aardbeienrabarberjam
400-600 gram aardbeien + 600-400 gram (jonge) rabarber in stukjes

Abrikozenjam
1 kilo abrikozen, ontpit, gehalveerd en in stukjes + 1 uitgeperste citroen + 3 gekraakte pitten (in thee-ei)

Ananasjam
1 kilo ananas in kleine stukjes + 1 uitgeperste citroen

Bananenjam
1 kilo bananen in schijfjes + 3 uitgeperste sinaasappels + 1 opengesneden vanillestokje

Blauwe bessenjam met limoen
900 gram blauwe bessen + 3 schoon geboende limoenen (rasp en sap)

Mangojam
1 kilo mango in stukjes + 2 uitgeperste citroenen. De mangopitten meekoken.

Morellenjam
1 kilo ontpitte morellen + 2 uitgeperste citroenen. Een handvol pitten meekoken in een thee-ei of kaasdoek.

Perzikenjam met kruiden
1 kilo perziken (of nectarines) + 1 uitgeperste citroen + 1 kaneelstokje + 1 theelepel koek- of speculaaskruiden + 4 kruidnagels + enkele gekraakte pitten (in thee-ei)

Pruimenjam met kruiden
1 kilo ontpitte pruimen + 1/2 opengesneden vanillestokje + pijpje kaneel + 3 kruidnagels + 4 gekraakte pruimenpitten (in thee-ei). Laat alles met de suiker een nacht in de koelkast trekken, voordat je het opkookt.

Rabarberbananenjam
650 gram rabarber in stukjes + 350 gram bananen in schijfjes + rasp en sap van 1 citroen

Rabarberjam met gember
1 kilo rabarber in stukjes + 3 centimeter gember, geraspt + 115 gram stemgember op siroop, in stukjes + 50 ml sinaasappelsap

Vijgenjam met noten
800 gram vijgen in stukjes + 3 eetlepels gehakte walnoten + 2 eetlepels pijnboompitten + 1 theelepel sesamzaad + 1 theelepel anijszaad + 1 uitgeperste citroen. Rooster walnoten, pijnboompitten en sesamzaad in een droge koekenpan en voeg op het laatst het anijszaad toe. Laat alles met de suiker een nacht in de koelkast trekken, voordat je het opkookt.

Vlierbloesemjam
Zet 10 grote schermen gewassen vlierbloesem een nacht onder water. Snijd van 5 sinaasappels de partjes (zonder vliesjes) in stukjes en vul dit met het vlierbloesemwater aan tot 850 ml

Blauwe bessen ontbijtcake met citroen

Deze fruitige en frisse cake wordt gemaakt met blauwe bessen, citroen en karnemelk of kefir. Het is oorspronkelijk bedoeld als een cake voor bij het ontbijt. Dat lijkt wel erg Amerikaans, net als die dikke pancakes. En dat is het ook. Het recept is van Alexandra Stafford en mijn beduimelde printje van haar site staat inmiddels vol aantekeningen. Gelukkig is deze cake ook heerlijk op alle andere tijdstippen van de dag.

Benodigdheden (8 personen):

  • 110 gram boter
  • rasp van 1 citroen (2 theelepels of meer)
  • 140 gram suiker
  • 1 ei
  • 1 zakje vanillesuiker
  • 200 gram blauwe bessen
  • 220 gram bloem
  • 1 theelepel bakpoeder
  • 1 theelepel baksoda
  • 1 theelepel zout
  • 200 ml karnemelk of kefir

Zorg dat de benodigdheden op kamertemperatuur zijn. Vet een rechthoekige ovenschaal van circa 26 cm in met wat boter. Verwarm de oven voor op 250 graden.

De boter moet zacht zijn. Verwarm deze eventueel gedurende 30 seconden op 600 watt in de magnetron. Klop de zachte boter met de rasp van de citroen en – op 2 eetlepels na – de suiker tot een luchtige massa. Voeg het hele ei en de vanillesuiker toe en mix tot een egaal en romig mengsel.


Was en droog de blauwe bessen. Doe de bloem in een zeef en bestuif de bessen met wat van de bloem. Voeg bakpoeder, baksoda en zout toe aan de rest van de bloem. Zeef nu steeds afwisselend een deel van dit mengsel boven het beslag, meng en roer dan een deel van de karnemelk of kefir er doorheen. Het beslag blijft zeer stevig en valt in grote plakken van de spatel. Vouw tenslotte de blauwe bessen door het beslag en verdeel dit over de ovenschaal. Bestrooi de bovenkant met de achtergehouden suiker.

Bak de cake 35 minuten in de oven, die je nu op 200 graden zet. Controleer de gaarheid met een prikker of breinaald: die moet er schoon uitkomen. Het kan makkelijk zijn dat de cake nog 10 minuten langer in de oven moet blijven. Laat de cake minstens 15 minuten afkoelen voordat je hem serveert.

Geroosterde tomaten met halloumi

Halloumi is een stevige, zoute kaas die zich makkelijk laat grillen of bakken. Deze combinatie met couscous en frisse smaken van citroen, munt en tomaat is slank, vegetarisch en ook nog eens razendsnel op tafel.

Benodigdheden (1 persoon):

  • 125 gram kerstomaten
  • zout
  • peper
  • 3 eetlepels olijfolie
  • 1/4 groentebouillonblokje
  • 75 gram couscous (liefst volkoren)
  • 1/4 citroen
  • 125 gram halloumi
  • 1 takje munt

Verwarm de oven voor op 250 graden. Halveer de kerstomaten en verdeel ze over een ovenschaal of bakplaat, met de binnenkant naar boven. Bestrooi ze met weinig zout (de halloumi is al zout) en een beetje peper. Besprenkel de tomaatjes met 1,5 eetlepel olijfolie en rooster ze 10 minuten in de hete oven.

Los het groentebouillonblokje op in kokend water en bereid de couscous volgens de gebruiksaanwijzing. Bij mij was kort opkoken met 100 ml water en daarna 5 minuten laten nagaren met het deksel op de pan voldoende. Boen de citroen schoon en rasp de schil. Roer de citroenrasp en de couscous samen los met een vork.


Verhit een contactgrill of grillpan. Snijd de halloumi in dikke plakken, besprenkel ze met de rest van de olijfolie en grill ze ongeveer 1 minuut, zodat de kaasplakjes mooie grillstrepen hebben. Snijd de muntblaadjes in reepjes.

Verdeel de couscous over het bord. Schik de tomaatjes met alle olie en vocht ernaast of er overheen. Leg de halloumi grillplakken erbij. Garneer met de munt en eventueel nog wat extra olijfolie.

Variatie:

  • Rooster een paar tenen knoflook mee met de tomaten. Geroosterde knoflook wordt lekker zacht en bijna zoet van smaak.

Abrikozenkoek met kokos

Dit is weer wat lekkers uit de overlevering. Mijn moeder zaliger kreeg dit recept van mijn lieve tante Annie, inmiddels ook zaliger. Het recept is easy as a pie, zogezegd. Maar ik maakte het minder zoet en voegde extra gedroogde abrikozen toe.

Met een dubbele hoeveelheid maak je een bakplaat vol en kun je er vierkanten van snijden, zodat je lekker uit kunt delen.

Benodigdheden:

  • 100 gram gedroogde abrikozen
  • 100 gram boter
  • 200 gram zelfrijzend bakmeel
  • 100 gram fijne suiker
  • snuf zout
  • 1/2 pot goede abrikozenjam
  • 2 eieren
  • 100 gram geraspte kokos

Snijd de gedroogde abrikozen in niet te kleine stukjes. Wel de abrikozen minimaal enkele uren in een laagje water, of de avond van tevoren. Laat ze daarna goed uitlekken.

Kneed snel een soepel deeg van de boter, het zelfrijzend bakmeel, 50 gram fijne suiker en een snuf zout. Als het te brokkelig blijft kun je een eetlepel water toevoegen. Laat het deeg als het kan even rusten, in plasticfolie gewikkeld, maar echt noodzakelijk is dit niet. Rol het deeg uit op een met bakmeel bestoven aanrecht. Ga uit van een ronde lap met een lage, opstaande rand. Het deeg kan wat onhandelbaar zijn, zodat het moeilijk in een keer over te brengen is naar de bakvorm. Doe het dan in kwarten en kneed die in de vorm weer aan elkaar.

Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng de abrikozenjam met de abrikozenstukjes en verdeel die over het deeg. Klop de eieren met de resterende 50 gram suiker gedurende 5 minuten tot een romig mengsel. Spatel hier voorzichtig de kokos doorheen en verdeel dit mengsel over het hele oppervlak van de koek.

Bak de koek in 25 tot 30 minuten gaar en goudbruin en laat hem daarna goed afkoelen. De koek is goed houdbaar en kan ook ingevroren worden.

Hartige taart met camembert en port

Dit kan op papier al niet mislukken. Wat kan er fout gaan met de klassieke combinatie van kaas, noten en uienconfituur? Zout en romig met een knapperig bittertje en wat kruidig zoet.

Het resultaat van deze vrij eenvoudige assemblage – meer is het niet – is een heerlijk hapje voor bij de borrel of een hartige taart voor vier. Serveer de taart lauwwarm met een groene salade met tomaatjes en een glaasje rode wijn of port.

Benodigdheden:

  • 1 rol quiche- en taartdeeg
  • 4 of 5 rode uien
  • 1 eetlepel boter
  • 2 eetlepels rietsuiker
  • 100 ml rode port
  • zout, peper
  • 1 camembert (250 gram)
  • 20 gram walnoten
  • 5 takjes tijm
  • lage taartvorm (doorsnee 30 cm.)

Haal de rol quiche- en taartdeeg uit de koeling. Snijd de rode uien in ringen. Fruit deze in de boter op middelhoge stand totdat ze lichtbruin beginnen te worden. Voeg de rode port en de rietsuiker toe en laat inkoken totdat het vocht is verdampt en de uien stroperig zijn. Breng op smaak met een beetje zout en wat meer peper. Laat afkoelen.


Verwarm de oven voor op 200 graden. Rol het taartdeeg met het bakpapier uit in een lage taartvorm. (Ik gebruikte een kromgetrokken crispplaat van de magnetron met de juiste diameter, dat werkte ook nog prima.) Knip het overhangende bakpapier rondom af. Prik de bodem hier en daar in met een vork. Verdeel de uien over de deegbodem. Snijd de camembert in plakken en leg die op de uien. Hak de walnoten grof en strooi die er overheen. Verdeel ook de tijm over de taart.

Bak de taart in 35 minuten gaar en goudbruin. Serveer bij voorkeur lauw. Een volledig afgekoelde taart wordt smakelijker als je hem heel even opwarmt in de oven.

Baskische pisto – nieuwe stijl!

Jaren en jaren geleden at ik Piperade in het gastvrije Franse Baskenland. Eenvoudig gemaakt van tomaten, paprika’s en eieren. Thuis kreeg ik zonder pimenton – gerookt paprikapoeder – de heerlijke smaak niet nagemaakt. Onlangs at ik Pisto in Spaans Baskenland. En daar had ik die smaak van jaren geleden weer terug.

Culinair historisch gezien is Pisto misschien meer een Spaanse versie van Ratatouille, omdat ook courgette wordt gebruikt. Het restaurant had het recept een nieuw jasje gegeven: de ingrediënten uiteen gehaald en anders samengevoegd. Een deconstructie van een traditioneel, bijna boers maaltje, dat zo als chic en licht hoofdgerecht niet misstaat.

Benodigdheden (2 personen):

  • 4 plakjes bladerdeeg
  • 3 eieren
  • 4 theelepels sesamzaad (wit en zwart)
  • olijfolie
  • 2 uien
  • 2 puntpaprika’s
  • 400 gram tomaten, ontveld
  • 1 kleine courgette
  • 3 tenen knoflook
  • 1/2 theelepel gerookt paprikapoeder (heet)
  • 1/2 theelepel gerookt paprikapoeder (zoet)
  • 1 theelepel suiker
  • 4 dunne plakjes Serranoham*

Begin met het bladerdeeg, omdat dat de langste bereiding nodig heeft. Laat de plakjes een beetje ontdooien. Verwarm de oven voor op 200 graden. Halveer de plakjes bladerdeeg en bestrijk ze met losgeklopt ei. Leg de ene helft op de andere (vier stapeltjes) en bestrooi er twee met het sesamzaad. Maal er een beetje zout overheen en bak ze op een licht geoliede ovenplaat in 25 minuten goudbruin.


Snipper de ui in blokjes van ongeveer 1,5 x 1,5 cm. Doe hetzelfde met de ontvelde tomaten en de courgette. Doe een stevige scheut olijfolie in een hapjespan en smoor de ui glazig op laag vuur. Voeg dan de paprika toe en zet het vuur middelhoog. Snipper de knoflook en voeg die toe. Roer niet teveel: een enkel bruin randje op de paprika of ui is juist lekker.

Verhit ondertussen een beetje olijfolie in een ruime koekenpan en bak de courgetteblokjes snel gaar op hoog vuur, zodat ze wat bruine randjes krijgen. Kruid het paprikamengsel met de twee soorten gerookt paprikapoeder (pas op met de hete versie: die is echt heet), zout en de suiker. Bak deze nog even mee en stoof dan de blokjes tomaat mee. Zodra dit mengsel meer een saus begint te worden, kunnen de courgetteblokjes erbij en mag het geheel op laag vuur nog even door stoven. Proef of er nog wat zout of suiker bij mag.

Bak van de overige twee eieren in een kleine koekenpan heel zachte spiegeleieren. De dooier moet heel en lopend blijven.

Zodra de bladerdeegplakjes klaar zijn kunnen de borden opgemaakt worden:

  • leg links op de borden de plakjes zonder sesamzaad
  • verdeel daarnaast de pisto
  • drapeer daar de plakjes Serranoham overheen*
  • leg de spiegeleieren er bovenop
  • dek af met de bladerdeegplakjes met sesamzaad

* laat de ham achterwege voor een vegetarische versie